Voordat je verder leest: pak een biertje. Of een wijntje, ook goed. Het is vast ergens vijf uur. Mocht je normaal gesproken mijn blog op je werk lezen, of altijd tijdens het kakken (echt gehoord), wacht dan tot het moment dat je de koelkast opentrekt. Pak een drankje en ga lekker zitten, dan neem ik je mee naar mijn buren, Café Folklore van Sjack en Marina.
Laten we proosten. En geniet van de eerste slok, zo’n eerste slok die altijd goed smaakt. Wat je ook drinkt, ik heb in ieder geval een Jupiler voor mij staan, eentje van 33cl. Een gewone is dat, voor een gewone prijs: 2 euro en 40 cent. Een kleintje (25cl) is 2,00 euro. Uiteraard contant te betalen, zoals in elke Belgische kroeg. Maar geen zorgen, de rekening is voor mij.
We zitten dus bij Sjack, de laatste, nog ‘vrije’ cafébaas in Gent. Hij is niet gebonden aan een brouwer, en is dan ook de enige zaak in de stad die Stella Artois, Jupiler én De Koninck op de tap heeft. Sjack heeft er geen last van dat speciale hopsoorten door de warmte en toenemende vraag, moeilijk te verkrijgen zijn. Hij veegde ook de afgelopen maand het zweet om de vijf minuten van zijn voorhoofd, maar hoefde zich geen zorgen te maken over zijn assortiment. Van hem hoeft het allemaal niet zo moeilijk. Vroeger dronken we ook gewoon pintjes.
Vanuit die gedachte heeft hij ook zijn kroeg ingericht. Kijk maar eens goed om je heen bij de volgende slok, en laat je verrassen. Bijna elke centimeter van de stenen muren wordt benut. Authentieke posters van biermerken worden afgewisseld met aankondigingen van concerten uit 1992 of 1996, naast een twintig jaar oude poster van de Gentse feesten. Niet ver daarvandaan hangt een krantenknipsel met een foto van Sjack, terwijl hij volleybalt (nu een aandoenlijke gedachte). Er je smartphone op tafel leggen, is net zoiets als sneakers aantrekken onder Zeeuwse klederdracht.
Ping, ping, ping, we schrikken even op. De gokkast, die onder de trap staat die Sjack en Marina elke avond betreden om naar bed te gaan, betaalt de volgende ronde van de gokker. De twee gasten aan de bar hebben er geen oog voor, of geen oren naar. Het is maar net om wie het gaat -de een kijkt al niet meer zo goed, de ander hoort slecht.
Ik excuseer mij, dus neem gerust een paar slokken. Als je even niet meer weet waar je moet kijken, dan geeft het witte, kanten tafelkleed wellicht een moment rust. Daar staat nu ook je drankje. Op een bierviltje, dat uiteraard wel. Want kringen, daar moeten ze niks van hebben.
Ik verlaat onze tafel in de hoek en loop langs de enige drie andere twee tafels, terwijl ik per ongeluk een schouder aanstoot, naar de authentieke jukebox, met louter vinylplaten. Hoe die precies werkt weet ik nog steeds niet, het ding draait meestal niet de plaatjes die ik probeer in te tikken. Ook nu niet. Ik wil ‘Only a fool’ van Mighty Sparrow opzetten, maar krijg iets wat ik totaal niet ken. Misschien is het wel de band die in oktober 1992 in Gent moest optreden. Zelf muziek draaien doet Sjack niet, want hij is geen DJ, zoals hij zelf zegt. Hij tapt liever zijn biertjes, daar achter de toog. Een volhouten prachtexemplaar.
Na weer een slok begin je vast een beetje trek te krijgen. Nou, dan heb je pech. Ze verkopen zelfs geen zakje chips. Ik heb er tot dusver nog geen patroon in kunnen herkennen, dus ik kan niet beloven dat we ze aangeboden krijgen, maar als we geluk hebben komt Marina een schaaltje met gefrituurde erwtjes brengen. Of beter gezegd: kaviaar voor de arbeiders, zoals ze dat zelf steevast noemt. Nog wat zout over de erwtjes strooien is absoluut niet nodig. Het is een geheim recept van een oudtante, en wanneer je dat in je achterhoofd houdt, is het nog lekker ook.
Bij de volgende slok, mijn glas wordt nu akelig leeg, gaat de deur open. Ook jij draait je om. Ik zie een bekend gezicht, jij ziet vooral een hele dikke buik. Maar we zien beiden het streepje zweet op de borst van de man, terwijl ik weet dat hij alleen de straat over hoeft te steken. Voor nog een biertje wed ik dat hij terug komt lopen met een flesje Carlsberg en een jenever, en plaatsneemt op het kleine terras, waar je door het zonnescherm en de windschermen eigenlijk nooit precies weet wat voor weer het is.
Ik schat dat dit mijn laatste slok wordt. Hoe zit jij? Mocht je nog niet leeg zijn -geniet ervan. En wanneer je in Gent bent, of in Gent woont, kom gerust langs voor een biertje, dan ervaren we het in levenden lijve. Ik zit hier nog wel even. Op mijn verblijfskaart staat dat ik in principe vijf jaar mag blijven. Ik kreeg de kaart na vier bezoeken aan de dienst migratie van de gemeente Gent. Een wereld op zich.
Volgende week geef ik je een inkijk. Maar dat is van later zorg, eerst nog een biertje.
Sjack, heb je er nog twee?