Afgelopen zondag heb ik mijn manuscript naar een Nederlandse uitgever gestuurd. Ik heb minstens een uur over de begeleidende mail gedaan. Ik keek tien keer of ik in die paar zinnen geen spelfouten maakte en controleerde tweemaal of ik de juiste versie in de bijlage had toegevoegd. Op het laatste moment veranderde ik toch nog de naam van het document: manuscript Jireël Verhage.
Het stond er echt. Mijn hand trilde toen ik op de verzendknop drukte. Ik had die dag al hardgelopen, maar had de drang om weer mijn hardloopschoenen aan te trekken. Ik wilde ontsnappen aan wat ik zojuist had verzonden, teruggaan in de tijd. De tijd waarin ik nog vrijblijvend aan het schrijven was, waar en wanneer ik dat wilde. Ik dacht aan die eerste dag in november vorig jaar, waar ik een lege pagina voor mijn snufferd had. Ik verlangde zelfs nog naar de vorige dag, naar het moment dat ik de laatste tien pagina’s van het manuscript op de eettafel legde. Ik was niet tevreden over de volgorde van het slot. Ik greep terug op mijn oude techniek, knipte scènes uit en husselde het door elkaar. Die tijd is nu voorbij. Het gaat in de weegschaal gelegd worden.
Ik dacht dat de eerste weging van Zufan en Christoffer mij meer op mijn gemak zou hebben gesteld. Maar, zonder hun rol te onderschatten, het gaat nu beoordeeld worden door mensen die er verstand van hebben. En dat vind ik ongelooflijk spannend. Bijna eng. Ik leefde de afgelopen dagen in een roes, zonder dat ik verwacht snel antwoord te krijgen. Het feit dat er iemand is die het misschien wel op dit moment aan het lezen is, er iets van vindt, het na drie pagina’s weglegt of er een theeglas op zet –het houdt me bezig.
Gelukkig kon ik de afgelopen dagen gewoon schoonmaken, ik poetste fanatieker dan normaal. Zocht de grenzen op van mijn fysiek, alles om mijn gedachten de baas te zijn. Ik bereid mij voor op een afwijzing. Natuurlijk. Maar ook ik droom, na een paar biertjes of de middelste kilometers van een lange duurloop, net iets meer.
Het liefst laat ik het jullie nu gewoon lezen, maar ik moet geduldig zijn.
Tot volgende week.
Spannend man! Sterkte met de zenuwen…
F*ck, wat spannend.
Here’s to the ones who dream, Jireël!
kan dat getease niet meer aan gek!