Ben je al weleens eerder in Zeeland geweest? vroeg mijn moeder.
De jongen boog zijn hoofd, zijn blonde lokken vielen voor zijn gezicht. Ja.
Wat leuk, en waar precies?
De jongen slurpte aan zijn soep voordat hij antwoord gaf. Oost-Souburg.
Dat is toevallig, zei mijn moeder, daar kom ik uit de buurt. Kom je er vaak?
Hij kuchte een keer. Mijn opa en oma wonen daar.
Dat is leuk zeg. Hoe heten ze met hun achternaam?
De jongen staarde naar zijn soep.
Blind.
De zoon van Danny! Ik floepte het eruit.
Zeventien jaar geleden, aan de eettafel bij mijn ouders in Goes. Even daarvoor hebben we hem op het sportpark van vv Kloetinge opgehaald. De club had een jeugdtoernooi georganiseerd waaraan een jeugdteam van Ajax meedeed. Elke speler uit mijn eigen team kreeg een weekend een jonge Ajacied in huis. Wij hostten de twaalfjarige Daley.
Zijn gezicht verkleurde toen ik de naam van zijn vader uitkraamde. Toen begreep ik nog niet dat ik de zoveelste was. Ik dacht alleen maar aan die cup met die grote oren die zijn vader een paar jaar daarvoor de lucht in had getild. Ik beloofde niks aan mijn teamgenootjes te vertellen, maar kan me niet meer herinneren of ik me aan die belofte heb gehouden. Ik vrees van niet.
Nadat we na het eten op een veld met de zoontjes van Wamberto – die bij een teamgenootje uit de buurt sliepen – een voorproefje kregen van wat ons de volgende dag te wachten stond, poetsten we samen in de badkamer onze tanden. Hij had een nieuwe tandenborstel mee. Dat vond ik fascinerend.
Dit soort details staan in mijn herinneringen gegrift, en zijn ongetwijfeld zo helder blijven bestaan doordat ik hem later wekelijks op zondagavond om zeven uur voorbij zag komen. Ik koester de foto die mijn vader de volgende morgen vroeg schoot, voordat we naar de club reden. De foto heeft alle anti-kraakverhuizingen overleefd en is mee naar Gent gegaan. In welke doos die zat wist ik niet meer. In mijn zoektocht naar oude foto’s van Kloetinge voor bij mijn blog een aantal weken geleden, kwam ik hem ineens weer tegen.
Nu schittert ie weer aan de muur. Twee twaalfjarige broekies. Hij in een trainingstenue van Ajax waar ik zo jaloers op was, ik in een outfit alsof ik naar de scouting ga. Het valt me op hoe dicht we bij elkaar staan, onze armen lijken naadloos in elkaar te passen. Allebei een stel spleetogen. Een oude Volvo (denk ik) op de achtergrond, die perfect de tijdsgeest duidt.
Voor Daley is deze herinnering ongetwijfeld allang vervlogen, ik houd hem graag in leven. Hij vertegenwoordigt voor mij een vervlogen voetbaldroom: Ajax naar de volgende ronde van de Champions League schieten. Vanavond is je kans Daley, doe het.
Een mooie herinnering Jireël. En als jij het maar blijft koesteren,…….. da’s erg belangrijk