Plots zag ik hem mijn straat inlopen. Gelukkig, het was geen opa van vierentachtig of een man in een lange regenjas. Ik kneep nog een keer mijn ogen samen en herkende hem van de foto. Ik wist niet of ik op moest staan, of nog even moest blijven zitten.

Ik besloot het laatste, en stak mijn hand op toen hij halverwege de straat was. Wanneer ik keek, keek hij weg. En andersom. Mijn handen werden klam. Ik rekte mij uit, wat nergens voor nodig was. Zijn handen hield hij in zijn zakken, terwijl hij net deed of hij genoot van de gebouwen aan de andere kant van de straat.

We hadden afgesproken bij de Folklore. Sjack had besloten een avond samen met zijn vrouw door te brengen. Ik geef hem geen ongelijk, maar daardoor zat ik op een leeg terras te wachten, terwijl mijn vriendin stiekem uit het raam tuurde.

Ik had afgesproken met een lezer van mijn blog. Naar aanleiding van mijn blogs op schrijvenonline had hij zich aangemeld voor de automatische mailing (onderaan deze pagina, echt een aanrader, dan mis je er sowieso geen). We kwamen in contact nadat ik iedereen die zich had ingeschreven handmatig had gemaild, aangezien de automatische mailing panne had. Hij wist hoe ik dit kon oplossen.

We bleven de e-mails afsluiten met een vraag. E-mails die steeds langer werden. Ik ken weinig andere mensen die zich met schrijven bezighouden en we hadden elkaar veel te vertellen. Ik wist van mijn baan bij bol.com dat ik na een paar mailwisselingen altijd nieuwsgierig werd. Nu kon ik wel doen wat ik wilde. Ik mailde of hij zin had om een biertje te drinken in de Folklore, nadat ik de blog over mijn buurman eind juni online had gezet. Alsof ik tien jaar terugging in de tijd en wachtte op de reactie van een meisje, opende ik de mail met zijn antwoord.

Afgelopen zondag was het zover. We brachten de avond uiteindelijk door bij ’t Galgenhuis, maar het voelde niet als een strop. Alleen in het begin had die strak om onze nek gezeten, toen we geforceerd een paar schrijvers onder de loep namen. Nadat we uitspraken dat we het allebei toch wel spannend vonden, praatten we alsof we dat elke zondagavond deden. We besloten elkaar nog een keer te zien.

Het was een welkome afwisseling van het weekend waarin iedereen uit mijn tijdlijn op lowlands of pukkelpop leek te zitten, terwijl ik nog steeds met een trillende knie elke dag aan het herschrijven ben. Volgende week woensdag ga ik met verlof. Dan wil ik het manuscript graag afhebben, zodat mijn vriendin het voor de tent kan lezen. En geloof me, haar bril is nog kritischer dan die van mij.

Volgende week hoor je of het gelukt is. Tot dan!