Hoe langer zijn werk, hoe beter. Mijn blik verstarde, ik kneep bijna mijn plastic beker met pils fijn. Ik stootte Zufan aan, maar zij was aangesproken door haar buurman. Ik keek schuin naar achter en ontmoette de blik van de vrouw die dat zojuist gezegd moest hebben. Haar buurvrouw was nog steeds instemmend aan het knikken. Mijn ogen gleden verder over de zaal. Als Murakami een voetbalclub was geweest, had iedereen in tenue gezeten, inclusief sjaal en petje.
Een korte introductie: Haruki Murakami is een Japanse schrijver, en het schijnt een kwestie van tijd te zijn voordat hij de nobelprijs voor de literatuur gaat winnen. Ik houd van zijn schrijfstijl, heb een aantal boeken gelezen. Drie om precies te zijn. Toen ik aan het begin van de avond aangesproken werd door een NRC-journalist waren het er ineens zes, mede door de drank, maar ook omdat het Murakami-virus als een ongekend fenomeen over de ss Rotterdam raasde en me in mijn greep hield. Ik waande me een groter fan, dan ik daadwerkelijk ben, en schaamde me er ineens voor dat ik er nog maar drie gelezen had.
In ieder geval, het weekend was georganiseerd ter ere van de release omtrent zijn nieuwste boek: de moord op de commendatore (deel 2). Je leest het goed, een weekend. Terwijl de man zelf nog eens op zijn andere oor gaat liggen, hollen er aan de andere kant van de wereld een paar honderd man twee dagen van de ene naar de andere zaal op een groot schip met plattegrond in de hand, om geen minuut van het programma te missen. Zo waren er lezingen, was er een quiz -die Zufan nog bijna won ook- en werd er ingegaan op het vertalen vanuit het Japans naar het Nederlands. Onze Vlaamse held Wim Helsen (volgens de presentator Wim Hensen, en dan weer Wil Helsen, moet je net bij een cabaretier hebben), deed interviews. Hoe het ook zij: alles stond in het teken van Murakami, Japan of Jazz.
Van die muziekstijl is de schrijver een groot fan. Voordat hij schrijver werd, had hij een eigen jazzclub. De muziek speelt een belangrijke rol in zijn boeken. Het Japans schijnt een ritmische taal te zijn, waardoor er ook een Japanner was opgetrommeld. Tijdens het programma van Matthijs van Nieuwkerk en Wilfried de Jong, die ons op ludieke wijze een inkijk gaven in de jazz, werd hij naar voren geroepen. Het werd doodstil in de zaal. Ik zag Matthijs van Nieuwkerk genieten, nog voordat de jongen ook maar een klank had laten klinken.
Mijn maag trok samen. Ik stelde me voor dat de jongen geen passage uit een boek voorlas, maar ons allemaal belachelijk maakte. Dat hij vertelde dat hij Murakami eigenlijk een vreselijke schrijver vond. En dat wij daar vervolgens allemaal hard om hebben geklapt. Maar toen keek ik om me heen, en achterom. De hoe langer zijn werk, hoe beter-vrouw glunderde op haar stoel. Alsof Murakami zelf stond voor te lezen. Ik glimlachte. Plots viel het hele weekend op zijn plek, en voelde het schip ineens klein. Dit is wat idolen losmaken.